Je kan Shetland niet verlaten zonder dat je Fair Isle gezien hebt, daarover is iedereen die we in Lewrick spreken het eens. Wanneer het weer eindelijk verbetert en de wind handelbaar wordt trekken we vroeg in de ochtend richting Fair Isle. De ligging alleen al maakt het eiland bijzonder; het is een kleine stip op een grote lap zee tussen Shetland en Orkney Islands. Als je er naartoe wil moet je rekening houden met stroming en windrichting; de stroming is er zo sterk dat wanneer er een harde wind tegen de richting van de stroming blaast er een muur van water ontstaat. Maar de zee is kalm wanneer we bij Fair Isle aankomen en het is een warme, zonnige dag. We leggen de boot aan in een baai waar we ons op de Middellandse Zee wanen, met blauw water en een wit strand.
Op Fair Isle wonen maar een vijftigtal mensen, waaronder vier kinderen. De grootte van de school doet vermoeden dat dat aantal vroeger groter moet geweest zijn. Op Fair Isle leven zo veel verschillende vogels dat men hier een vogel observatorium heeft neergezet (tip aan de natuurliefhebber: je kan er ook logeren). Vooral de papegaaiduiker is hier goed vertegenwoordigd. ‘s Avonds vliegen zij massaal naar hun holletjes om hun kleintjes vis te voederen. Deze bijeenkomst heeft iets mysterieus: duizenden zwijgzame vogels bij elkaar die, wanneer ze stappen, eruitzien als slechterikken uit een tekenfilm. Jasper blaast de kano op en we maken een tochtje doorheen de grotten in de rotswanden. We horen de meest bizarre klanken van zeehonden.
Het wordt tijd om verder te gaan. Onze volgende bestemming: Peterhead. De tocht begint met een windstilte. We halen zelfs even alle zeilen eraf en laten ons al dobberend door de stroming meevoeren. Fair Isle verdwijnt op de horizon. Dan is er wind. Ik zie een stormmeeuw traag een looping maken (kan dat echt?) wat waarschijnlijk betekent dat de zeeziektepillen werken. 130 zeemijl later komen we aan bij Peterhead in een flinke wind en stevige golven. We leggen aan in de marina waar we nog vijf andere Nederlandse zeilschepen tellen. Het lijkt wel of we al bijna thuis zijn, terwijl we nog de hele oostkust van Schotland en Engeland voor de boeg hebben. Peterhead is voor ons een ontnuchtering. De stad is grijs en de haven industrieel, maar door de ligging en makkelijke aanloop van de haven is het voor veel zeilers een goede tussenstop. In de supermarkt hoeven we voorlopig nog niet te veel te verwachten van de afdeling verse groenten, bijna alles is hier diepgevroren. Positief is wel dat de koekjes hier erg goedkoop zijn. Je kan geen winkelgang uitlopen zonder in de verleiding geweest te zijn van een of andere multi-aanbieding. Goed voor ons, aangezien ons schip meer drijft op koekjes dan op wind of diesel, maar je ziet dat het geen goed effect heeft op de plaatselijke BMI (of het een goed effect heeft op ons valt ook nog maar te zien).
Voor het laatste stuk naar huis zullen we grotere afstanden zeilen. Niet enkel omdat we op tijd thuis moeten zijn, we hebben ook zin om langer op zee te zijn. Daarbij zijn de meeste havens aan de oostkust van Schotland en Engeland te ondiep of enkel bij hoogwater aan te lopen, waardoor onze keuze sneller valt op grotere en makkelijk aan te lopen havens. Ergens is het wel jammer om die mooie kustlijn voorbij te varen zonder al die mooie plekken te bezoeken. Tijdens onze eerste trip die uiteindelijk zal eindigen in Sunderland, valt op een gegeven moment de wind weg. We motoren helemaal richting Farne Islands, een aantal platte eilanden die de moeite waard schijnen te zijn. Maar wanneer we voor zonsopgang bij de eilanden aankomen steekt de wind weer op. Het is donker en we zien op twee mijl afstand nog steeds geen eilanden, het stroomt en waait hard waardoor het idee om te ankeren steeds minder aantrekkelijk wordt. Uiteindelijk besluiten we om verder te zeilen. Jammer!
Na Sunderland doen we een poging om verder zuidwaarts te zeilen. De wind blijkt totaal verkeerd te staan en na een paar uur zeilen, hoog aan een wind die steeds sterker wordt en ons in de verkeerde richting stuurt, houden we het voor gezien. We trekken naar Hartlepool, een populaire stopplaats voor zeilers die rechtstreeks van of naar Nederland en Noorwegen willen zeilen. We moeten wel eerst nog een uurtje rondjes draaien voordat het water diep genoeg is om via een sluis naar binnen te varen. Hartlepool is een gezellige, levendige plek, maar de dag nadien staat de wind te goed om niet verder te trekken…
We zeilen verder langt de kust van Engeland, waar de nachten langer worden en de vissers- en vrachtschepen talrijker. De zee ligt bezaaid met boeien waar vissers krabbenkooien aan hangen, vervelende dingen waar we liever niet tegenaan varen, wat ‘s nachts haast niet te controleren valt. Tot onze grote spijt zien we steeds minder stormmeeuwen. Diegenen die we zien komen geen kunstjes meer doen en vliegen ongeïnteresseerd voorbij. En ik die dacht dat we vrienden waren. Plots ziet Jasper iets groots in het water, te groot om een dolfijn te zijn. Een walvis? We raadplegen “Walvissen kijken in Europa” en besluiten dat het een griend was.
Ondertussen proberen we ook nog de juiste positie van een aantal ‘floating pipes’ te achterhalen, gedrochten van zo’n 450 meter lang die van een schip zijn gevallen en nu ergens voor de kust van Norfolk ronddobberen. Vorige week haalden ze ook het Belgisch journaal (klik hier). Wanneer blijkt dat deze nachtmerrie zich precies op onze route bevindt roepen we toch even de kustwacht op voor meer informatie. We worden gerustgesteld, de buizen liggen geankerd en er zijn schepen bij die de boel in het oog houden. Wanneer we er voorbij zeilen worden we inderdaad even opgeroepen om te checken of we op de hoogte zijn.
Op de hoek van Norfolk moeten we kiezen of we in één rechte lijn naar Nederland zeilen of nog een tussenstop maken in Lowestoft. Er staat een zuidewind, perfect om naar Scheveningen te zeilen, maar onze genua vertoont een scheur in het achterlijk wat we liever eerst willen repareren. We besluiten de kleine 15 mijl naar Lowestoft af te zakken, tegen wind, golven en stroming in. Deze keuze vervloeken we meerdere malen, aangezien de natuurelementen zo sterk tegen ons zijn waardoor we er een hele nacht over doen. Eenmaal aangekomen in Lowestoft is alle miserie snel vergeten. Het is er warm, gezellig druk en er hangt een aangename vakantiesfeer. Ik lap de genua weer op terwijl Jasper de werkfok alvast op het voordek legt, voor het geval dat hij dan toch moest doorscheuren. We lijken zenuwachtiger dan ooit voor onze laatste etappe naar huis, waarschijnlijk omdat het de laatste is.
We houden deze keer goed rekening met de stromingen en vertrekken zaterdag om half 4 richting Roompot. Er staat de hele tijd veel wind, windkracht 5,6 met windstoten naar 7 en de zee is wild en chaotisch. Dat komt omdat de Noordzee hier ondiep is, soms maar 20 meter diep, waardoor de golven in plaats van zich languit te kunnen rekken op de bodem stuiteren en bij een zuchtje meer krullen ze hun ruggen als blazende katten. De drukke scheepvaart maakt het nog uitdagender. Maar we gaan hard, gemiddeld 6,5 knoop en met zijn tweeën lukt het prima om ons door golven en drukte heen te werken. Na 20 uur komen we aan bij de Roompotsluis. Het is een mooie, zonnige dag geworden. Zondag is de perfecte dag om aan te komen in Colijnsplaat. We worden warm onthaald door onze zeilvrienden (onze Duitse vriend Egon blaast zelfs op zijn scheepshoorn wanneer we de haven binnen komen) en hoewel het jammer is dat onze reis zijn einde bereikt heeft, zijn we blij en opgelucht dat we na ons rondje Noordzee weer thuis zijn, heel en gezond. Wordt vervolgd!
Groetjes, Jasper en Sanne
Fair Isle:
Op weg naar Peterhead:
Peterhead:
Sunderland:
Mooie zeildagen langst de Engelse kust:
Sleper met ‘floating pipe’:
Lowestoft:
De thuiskomst:
Wat weer een prachtig verslag Sanne
Wat een fantastische reis hebben jullie achter de rug! Het varen en al die afwisselingen in kust en landschappen. Voor anker in een fjord, dan weer kleine eilandjes, havens en de flora en fauna. Maar een stormmeeuw die een looping maakt? Dat wordt vast een klassieker onder jullie zeereisverhalen! Merci Sanne voor je geweldige verslagen en foto’s, je hebt me echt meegenomen in deze mooie beleving. Ik heb genoten van jullie en jullie reis. En dan nu weer veilig terug in de thuishaven hebben jullie alle tijd om nog heel lang van alles na te genieten. lfs
Welkom thuis
Hallo, wij zullen jullie verslagen missen maar we denken dat ons Annie tevreden zal zijn als ze jullie terug ziet. We spreken nog wel eens af want we zijn erg benieuwd naar jullie avonturen. Groeten vanuit Kapellen.
Wauw Sanne! Wat hebben jullie prachtige dingen gezien! Superbedankt voor je heel aangenaam geschreven blog met de mooiste foto’s! Ik heb er van genoten 🙂 xx
Merci sofie! Tot gauw he! Xxx
Welkom terug zussie!
❤