Shetland Islands

We zeilen zuidwaarts. We weigeren het te zien als de terugreis, maar het is moeilijk om daar onderuit te komen. We stoppen op enkele plekken die we op de heenweg hadden overgeslagen en belanden op het eiland Runde, een klein, hoog eiland waar in 1725 het Nederlandse schip Akerendam, zwaar beladen met gouden munten, schipbreuk leed. Het eiland is een gekende trekpleister voor natuurliefhebbers en we treffen er voor het eerst in Noorwegen een camping aan. We spotten ook zeearenden en papegaaiduikers. Die laatste is een vogel waar je op slag vrolijk van wordt, met zijn grote kleurige snavel, kleine lijfje en vleugeltjes die vliegensvlug heen en weer flapperen.

Op 23 juli ronden we Statt voor een tweede keer succesvol. Met wind en golven mee surfen we er voorbij. Volgens het Noorse marifoonweerbericht staat er een ‘frisk bris’ (windkracht 5), maar het is vast meer dan dat. We meren aan in een mooie, kleine voormalige vissershaven op het eiland Reksta, waar we ons aan de publieke pier leggen. Door eb, vloed en rondscheurende speedboten liggen we er niet helemaal comfortabel, maar we hebben geen zin meer om ons te verleggen naar de marina iets verderop. Op kano-afstand ligt het eiland Kinn, waar een van de oudste kerken van Noorwegen staat, een stenen bouwwerk met aan de binnenkant mooie, uit hout gesneden figuren en in het midden een zwevend zeilschip. Die dag vangen we ook een vis. Nieuwe techniek: vissen vanuit de kano, Jasper roeit, Sanne houdt de hengel vast. We zijn wat meer op ons hoede na het lezen van ‘Haaienkoorts’, een non-fictie boek over twee Noren die in een roeibootje een Groenlandse haai proberen te vangen. Een zalig boek trouwens, dat barst van de interessante weetjes over de Noorse kust.

Ondertussen blijven we onze plannen om de haverklap veranderen. Gaan we door naar het zuiden? Misschien langst de Oostzee terugkeren? Of steken we over naar de Shetland Islands? Er staat een zuiderwind, wat ideaal is om naar het westen te gaan. In de haven van Askoy wordt de knoop doorgehakt; Let’s go west! We praten met een Nederlandse zeiler die veel zeilervaring in het gebied heeft en krijgen een hoop tips en een extra kaart.

28 juli vertrekken we richting Lerwick, Shetland Islands. Er staat 3 tot 4 beaufort, met uitschieters naar 5 en we zeilen halve wind. We komen goed vooruit. Overdag is het zonnig, ‘s nachts valt er een stortbui terwijl Jasper de wacht heeft. We worden bijna de hele tijd vergezeld door een groep stormmeeuwen. Rakelings vliegen ze langs ons schip, maken vlak voor de boeg een bocht, kijken ons aan en keren weer terug om hetzelfde te herhalen. Verder zien we nog een paar booreilanden, maar voor de rest is er helemaal niets. De golven bewegen van het zuiden naar het noorden, wat wil zeggen dat het schip flink heen en weer rolt wanneer de vaart wat minder is. Jasper en de Giramondo doen het daarbij prima, maar voor mij is het weer een gevecht met zeeziekte.

Na ongeveer 25 uur zeilen zie ik in de verte land dat groter en groter wordt. De Shetlands! We hebben het gevoel dat we er bijna zijn, maar op dat moment moeten we nog zeker vijf, zes uur varen voor we er echt zijn. De laatste uren duren altijd het langst, zeker wanneer je al vroeg begint te fantaseren over een verfrissend pintje en een stuk mals lamsvlees… Na zo’n 30 uur en 190 zeemijlen komen we uiteindelijk aan in Lerwick. Terwijl ik op het dek sta, klaar om aan wal te stappen, zie ik vlak voor het schip een zeehond die me strak aankijkt. Pas op het allerlaatste moment duikt hij weg onder de boeg.

Op de Shetland Islands beleven we een erg fijne tijd. Het doet ons deugd om weer in betaalbaar gebied te zijn en gaan voor het eerst in drie maanden op café en restaurant. Nooit gedacht zo blij te zijn bij het zien van een betaalbaar stukje kaas in de supermarkt. De eilanden zelf zijn groen maar kaal, bomen groeien hier niet vanwege de doorgaans harde wind en regen. Maar het is zonnig en warm de eerste dagen dat wij hier zijn, iemand vertelt ons zelfs dat het de mooiste zomerweek in 25 jaar is, waar we best wel om moeten lachen. Het is blijkbaar een zomer van records.

In Noorwegen zag je veel Amerikaanse oldtimers, hier zie je veel getunede auto’s de weg onveilig maken. We zijn dan ook niet helemaal op ons gemak wanneer we tijdens een wandeling bij gebrek aan wandelpaden langst de autobaan moeten lopen. We wandelen helemaal naar de andere kant van ‘the mainland’, waar de voormalige hoofdstad Scalloway ligt. Aan deze kant ligt de Atlantische oceaan.

Wat ook opvalt is dat er hier meer te doen is rond de Vikingen dan in Noorwegen zelf. 1200 jaar geleden werd dit gebied brutaal overgenomen door de Vikingen, waarna de Shetlander een grote cultuursomslag kende. Voor de Vikingentijd werd er hier bijvoorbeeld niet gevist in volle zee, enkel vanop het land, maar de Vikingen brachten hun schepen en materialen mee waardoor dat veranderde.

Jasper moet het water in omdat de anode die op de schroefas zit is losgekomen. Hij is een beetje nerveus en daar heeft hij alle reden toe. Niet enkel zitten hier veel zeehonden die blijkbaar niet mensenschuw zijn, enkele uren voordat wij in Lerwick aanmeerden werden er hier in de haven nog orkas gespot. De orkas komen hier geregeld jagen op zeehondenpuppies, wat onlangs deze (klik hier) spectaculaire foto opleverde voor de lokale krant. We vernemen dat het goed gaat met de orka’s, maar iets minder goed met de zeehonden, hun aantallen zijn de laatste jaren flink gedaald. Terwijl ik op het dek de wacht hou, slaagt Jasper er in een nieuwe anode op de schroefas te plaatsen en opnieuw te bewijzen dat hij een grote held is.

De mensen van Shetland beginnen makkelijk een praatje en we komen heel wat te weten over het eiland. We krijgen de tip om Mousa te bezoeken, een eiland 10 mijl van Lerwick. Gelukkig staat de wind nog niet goed om naar het zuiden te trekken, waardoor we zonder schuldgevoel nog wat kunnen cruisen rond de eilanden. Eerst trekken we naar Out Skerries, een kleine eilandengroep aan het oosten van Shetland Islands. Het is een mooie, maar ook een trieste plek. Sinds de school er gesloten werd loopt het eiland helemaal leeg. Er wonen nu nog maar twintig mensen. Er zijn twee kleine winkels, waar de winkelier van de ene winkel ook de andere winkel tijdelijk openhoudt, omdat die mensen met vakantie zijn. Er is geen bankcontact en ook geen vers brood, maar net voor we onze trossen losgooien komt de winkelier naar ons toegerend om ons nog een bevroren brood toe te stoppen, waarschijnlijk uit zijn eigen diepvriezer.

We zeilen langs Noss, een eiland oostelijk van Lerwick, waar een hele kolonie Jan van genten zich verzameld hebben op de klippen. Het is net zoals in Helgoland, maar nu kunnen we er naar kijken vanaf het water.

Bij Mousa ankeren we in een baai aan de westkant, wat redelijk lastig gaat vanwege het zeewier dat op de bodem ligt. Plots komen ook de mensen die ons dit eiland getipt hadden aanvaren. Ze hebben een prachtige aluminium Koopmans en we worden aan boord uitgenodigd. We roeien eerst naar de kant om een wandeling te maken om het eiland. Mousa is een natuurgebied en er wordt vriendelijk gevraagd om op de paadjes te blijven. Er staat één tentje van de natuuropzichter die permanent op het eiland verblijft. In een baai van het eiland liggen zeehonden te slapen en overal liggen eieren van vogels in het gras. Het eiland is vooral bekend om de ‘broch’, een torenachtig bouwwerk uit de Ijzertijd. Waarschijnlijk woonden hier vroeger mensen in en diende het ook als uitkijktoren. Elke avond rond 23u, wanneer het donker wordt, komt er een hele zwerm stormvogels zich door de gaten van het bouwwerk wringen om hun kleintjes eten te geven. Het is een prachtig zicht.

De volgende dag zou het weer gaan omslaan. We blijven niet op anker liggen en varen die avond/nacht nog terug naar Lerwick. Voor het eerst zien we de gure kant van de Shetlands. Momenteel zitten we gezellig binnen, bekijken we rustig de weerberichten en wachten het af…

Groetjes, Jasper en Sanne

Runde:

IMG_0295

Reksta:

Kinn kerk:

IMG_0421

Land in zicht!

 

 

Lerwick:

Out Skerries: Een opgedoken kanon staat tentoon tussen de vuilbakken

IMG_0647

Mousa:

The Broch:

4 thoughts on “Shetland Islands”

  1. Terugweg? Welke windrichting jullie ook zeilen, het blijft onderweg zijn! Elk moment een avontuur, wat jullie allemaal meemaken: geweldig! Dat was een flinke overtocht en gelukkig hadden jullie de weergoden mee. Nu dus de Shetlands, Schotland, Engeland. Ik kan via sateliet rondkijken op de prachtige eilandjes die jullie aandoen en wandelen door de straatjes van Lerwick. Zag zelfs een tattoo-shop. Voor een welverdiend anker (en ‘mum’ natuurlijk!) op je arm? Voor het geval jullie dit serieus nemen: doe maar plakplaatjes. Ik kijk uit naar het volgende verslag en mooie foto’s. Geniet allebei nog heel veel. lfs

Leave a Reply

Your email address will not be published.